De Covidpandemie

En toen kwam de epidemie. COVID-19 greep om zich heen. We leefden opeens in een andere realiteit, eentje van quarantaine, lockdown, isolatie, mondmaskers, risicogroepen, twee armlengtes afstand, testen, vaccinatie (of antivax zijn), afstandsonderwijs, thuiswerk, het verbod om bij elkaar op bezoek te gaan of in het park op een bankje te zitten…

Jan beschrijft hoe hij die coronatijd ervaren heeft en ook hoe de huidige spanningen in de wereld hem verontrusten. Zo geeft hij ons een hint om zijn recentste werken beter te begrijpen:

2020

3D-object Pan en Monument voor de vergetenen recto en verso, 2008

Monument voor de vergetenen, 2008

‘De covidpandemie dwarsboomde alle mogelijkheden tot tentoonstellen en, erger, verhinderde lange tijd de “echte” contacten met medekunstenaars en vrienden. Ik leed eronder dat er op alle gebied minder kansen waren om in de buitenwereld inspiratie op te doen. Die stille tijd wekte in mij geen gevoel van “oef, even geen drukte, geen sociale verplichtingen, nu kan ik tot mezelf terugkeren”, zoals bij veel mensen wel het geval was. Integendeel, help!, ik kwam mezelf al genoeg tegen zonder covidrestricties!
De noodgedwongen contactarmoede, de “maskers”, de verontrustende berichtgeving, het teruggetrokken leven tastten mijn dynamiek aan om te observeren, te tekenen, materiaal te verzamelen. Niets was nog spontaan en vrij. Het heeft lang geduurd eer ik mezelf uit die passieve en terneerdrukkende gevoelens kon bevrijden.
Intussen werd ik geconfronteerd met het ouder worden. Ik besefte sterk dat de pandemie jaren wegvrat van mijn leven, van de luttele tijd die me nog rest. Dat leidde tot een diepe crisis.’

2023

‘De buitenwereld begon na de coronacrisis weer toffe en verrijkende contacten en impressies te brengen. Maar tegelijk waaien de vele groeiende spanningen op wereldvlak nu bij me binnen als stormwind door een open raam. Ik ervaar ze als onheilspellend. Dood en vernieling alom.’

Maar de kunst biedt troost en een uitweg en krijgt het laatste woord.

2024

Jan brengt in zijn werk vaak intense herinneringen tot leven. Hij licht een tipje van de sluier op:

‘Sinds enige tijd grijp ik in mijn werk soms terug op de vele indrukken die mijn lange reis door het Verre Oosten, midden jaren 70, in me heeft nagelaten. De tempels in India en Bali, de pagoden in Maleisië, de Gouden Tempel van de sikhs in Amritsar, de symmetrische decoratie, de plantenmotieven en godenfiguren. De herinneringen aan de kunst die ik daar zag, vormen opnieuw een inspiratiebron.’